Beschrijving van het huis
Het Ariënsinstituut is gevestigd in een statig herenhuis aan de Keistraat in de binnenstad van Utrecht. Het is Rombout Modé, kanunnik van Sint Pieter, die in 1664 als eerste eigenaar genoemd wordt. Hij betrekt een mooi pand met een dubbele trapgevel aan de kant van de gracht. Het telt vijf niveaus. Het huis lag binnen de immuniteit van Sint Pieter, een territoriaal kerkelijk gebied. Het werd begrensd door de, speciaal daarvoor gegraven, Kromme Nieuwe Gracht. Tot het einde van de 19e eeuw woonden in het herenhuis vooral hogere functionarissen uit kerkelijke, stads- en provinciebesturen. Zij waren voldoende gegoed om het huis in stijl te bewonen.
Een monumentale vergaderzaal
In 1892 werd het huis verkocht aan het Hoogheemraadschap Lekdijk Bovendams. Het Hoogheemraadschap gebruikte het huis als kantoor, archief, vergaderplaats en dienstwoning van de conciërge en liet er een prachtige en vooral imponerende zaal maken. Er wordt gezegd dat de toen nog zeer jonge Rietveld als leerling heeft meegewerkt aan de verbouwing.
De twee schouwen springen het meest in het oog. Aan de bovenkant zijn ze fraai versierd met de wapens van de heren bestuurders, die een afbeelding van Karel V en het wapen van de bij de oprichting van het Hoogheemraadschap residerende bisschop Jan van Diest omringen. Achter de kachels zijn tegeltjes gezet, die speciaal door de Porceleyne Fles te Delft zijn gemaakt. Afgebeeld zijn de verschillende gebouwen die het Hoogheemraadschap rijk is en mansfiguren, die een typisch waterhuishoudkundige ambacht uitoefenen.
Hoe de rest van het pand in gebruik is geweest is onbekend. Wel kan gezegd worden, dat de andere ruimtes enigszins verbleken bij de rijkdom van de grote zaal. Dat de kelder als keuken en voorraadplaats is gebruikt is evident.
Een huis van gebed
In 1970 wordt het huis geschikt gemaakt als tijdelijk onderkomen voor de Zusters van de Eeuwigdurende Aanbidding. In de gang achter de voordeur wordt een afsluitbare glazen pui geplaatst en er wordt een klein deurtje naar de vergaderzaal gemaakt. De zusters hadden de zaal in gebruik genomen als kapel. Zo konden bezoekers de kapel betreden, zonder de privacy en het gemeenschapsleven van de zusters te verstoren.
Het Ariënskonvikt, de priesteropleiding
In 1979 werd het huis door het Aartsbisdom Utrecht aangekocht voor de oprichting van een eigen priesteropleiding. Er moest wel iets aan gebeuren. Voordat de studenten en twee priesters er hun intrek namen heeft er een verbouwing plaatsgehad om er een leefgemeenschap te kunnen huisvesten. De meest markante wijziging heeft plaatsgehad in de kelder. Wat eerst waarschijnlijk de kolenkelder was, werd omgevormd tot een kapel. Daar kwamen de studenten tweemaal per dag samen voor de viering van de eucharistie en het getijdengebed. De sacristie werd aan de andere zijde van het huis ingericht.
Na de sluiting van het Ariënskonvikt, in de zomer van 2010, is het huis grondig gerenoveerd en geschikt gemaakt voor zijn functie als huis van vorming en toerusting. Zo werd de monumentale vergaderzaal van het Hoogheemraadschap in oude luister hersteld en omgedoopt tot Ariënszaal, naar de naamgever van het Instituut. Het kleine deurtje werd verwijderd en vervangen door de originele houten lambrisering. De slaapkamer van de rector werd omgebouwd tot bibliotheek en de toiletcapaciteit op de begane grond werd uitgebreid voor het toenemende aantal bezoekers.
Het Ariënsinstituut, opnieuw een priesteropleiding
In het voorjaar van 2014 maakte de aartsbisschop van Utrecht, kardinaal Eijk, bekend dat de priesterstudenten van het Aartsbisdom Utrecht vanaf september van dat jaar hun studie en vorming in Utrecht zouden kunnen voortzetten. Het Ariënsinstituut, zoals het sinds de sluiting in 2010 heette, is opnieuw geschikt gemaakt voor de huisvesting van acht studenten. Aan de inrichting van het huis is niet veel veranderd. De kapel in de kelder is en blijft het fundament van het gemeenschapsleven. Daar vinden de gezamenlijke gebedsmomenten en de dagelijkse viering van de Eucharistie plaats.
De monumentale Ariënszaal is beschikbaar voor vergaderingen, studiedagen en lezingen van groepen of organisaties met een kerkelijke binding. Voor reserveringen en nadere afspraken kunt u contact opnemen met de rector.